To AI or not to AI

Dat is inmiddels, vanuit mijn perspectief, een redelijke essentiële vraag: ‘To AI or not to AI?’. Wat maakt nou dat die vraag zo belangrijk is? Nou, dat is voor een groot deel afhankelijk van de manier waarop je naar het vak fotografie kijkt.

Dit jaar is het 50 jaar geleden dat ik begon met fotograferen! Natuurlijk is mijn beeld over fotograferen in de loop van die jaren regelmatig gewijzigd. En dat zal het wel blijven doen. En toch zijn er een paar zaken die door de jaren heen gebleven zijn.
De idee dat een foto een manifestatie is van de blik van de fotograaf op een bestaande werkelijkheid is daar één van.
Het vastleggen van een werkelijk moment (de tijd even stilzetten wat ook een belangrijk ingrediënt van fotograferen is) met een werkelijk subject (mens, plaats, etc.) is een tweede.

Sinds jaar en dag is ook de nabewerking van gemaakte foto’s een belangrijk deel van mijn workflow. Vroeger al, in de donkere kamer (analoge fotografie), en nu nog steeds in mijn digitale donkere kamer (die bestaat uit Lightroom en Photoshop). Hierbij gaat het bij mij nog steeds om het beeld van een bestaande werkelijkheid. Het gaat om het accentueren van mijn zienswijze op dat moment met dat onderwerp of die persoon. Het gaat wat mij betreft dus helemaal niet om dingen te creëren die niet bestaan, die er niet zijn!

Het perfecte plaatje bestaat niet. Dat is altijd de volgende foto die je maakt. Om je vakmanschap in fotografie te verbeteren is dat een attitude die passend is. Jezelf uitdagen om altijd maar beter te worden in het maken van die foto die het best passend is bij het doel wat je voor ogen had. Continue en altijd. Dat is onderdeel van bezig zijn met fotografie als vak en kunst.

En toen hadden we AI (artificial intelligence). En daar gaat bij mij het licht uit. (Grappig, fotografie is het schrijven met licht :-)) Het licht gaat bij mij daar uit, omdat het niet meer waar en werkelijk is. Het is het creëren van een niet-bestaande werkelijkheid. Dat heeft niets met fotografie te maken als vak en kunst. Dat heeft alles te maken met vanachter je computer een beeld ontwerpen, produceren. En weet je wat? Ik kies er voor om de fotografiekunst hoog te houden. En ik ambieer geen carrière als designer. Dat is zonder enige twijfel ook een vak, maar niet het mijne. En zeker niet het vak van fotograaf en de kunst van fotografie.

Ik blijf trouw aan mijn fotografische zen boeddhistische benadering:
– is het waar
– draagt het bij
– is het vriendelijk.

75 jaar bevrijding

Een bizar en ongemakkelijk jaar.

2020 is het jaar waarin we 75 jaar bevrijding vieren. Helaas helemaal niet zoals het in voorgaande jaren bedacht is. Mijn vader zou zich omdraaien in zijn graf, als hij niet gecremeerd was. Hij heeft heel bewust de Tweede Wereldoorlog meegemaakt. En de gevolgen daarvan zijn hele leven lang meegenomen. Ik ben blij en dankbaar dat hij dit jaar niet mee hoeft te maken. Het voelt zo ongemakkelijk.

2020.

Het jaar van 75 jaar bevrijding dat niet gevierd kan worden. Een lege Dam op 4 mei. Geen bevrijdingsfeesten. Censuur in de media. De Wet Openbaarheid van Bestuur die ernstig wordt genegeerd door het zogenaamde ‘Outbreak Management Team’. Een minister-president die in de Tweede Kamer zegt dat wij (het volk) te dom is om een uitleg over de PCR-test te begrijpen, en daarin de reden ziet om maar gewoon zijn eigen gang te gaan. Het jaar waarin de grondwet getart wordt, bijvoorbeeld de ideeën over verplichte vaccinatie i.r.t. artikel 11 van de grondwet die het recht op onaantastbaarheid van het eigen lichaam beschrijft. Het jaar waarin we mondkapjes dragen, zal wel iemand zijn verdienmodel zijn, terwijl juist van Dissel aangeeft dat het dragen van mondkapjes niet nodig is en hoegenaamd geen effect heeft.

Tegenover of met elkaar?

Maar persoonlijk is voor mij het jaar 2020 en het ongemakkelijke gevoel i.r.t. 75 bevrijding vooral ook het jaar waarin nuance, dialoog, begrip en respect voor elkaar en elkaars zienswijzen, verloren gaat. Hoe gering je kritiek ook mag zijn op de maatregelen nu, je wordt gelijk gebombardeerd tot ‘covidioot’ of nog erger tot ‘complottheorie aanhanger’. Hoe idioot is dat? Of je bent voor of je bent tegen lijken de twee smaken te zijn. Polariserend en radicaliserend dus. Serieus? Is dat het niveau waarop we nu terecht gekomen zijn? Tot in de Tweede Kamer, kijk maar eens naar de live-stream, wordt er niet geluisterd, maar slechts gewacht tot je een ander van repliek kan dienen of je eigen agendapunt naar voren kan brengen. De gebezigde taal is ook niet echt van het kaliber wat uitnodigt om een echte dialoog te voeren. Het leidt tot versimpeling van de problemen die geen recht doet aan de realiteit. Geen van ons ontsnapt levend aan deze aardkloot. Dat is op z’n minst de reden om wel in dialoog te gaan en compromissen te sluiten.

Persoonlijk.

Eerlijk is eerlijk, zeker in het verleden, en ook nu nog wel als ik erg moe en gestrest ben, spreek ik te hard, te scherp en te veroordelend over bepaalde mensen en onderwerpen. Mijn onophoudelijk streven blijft echter, en ik slaag er gelukkig steeds beter in, om dat wat van mijn verstand naar mijn mond gaat langs de volgende drie criteria te houden:
1. is het waar,
2. draagt het bij,
3. is het vriendelijk.
Doen jullie mee, met dit onophoudelijk streven? Alsjeblieft?